#1 (Vijzelstraat 32) — Het huidige stadsarchief, een imposant gebouw aan de Vijzelstraat, deed vroeger dienst als het hoofdkantoor van de Nederlandsche Handel-Maatschappij (NHM), een bank die handelde in koloniale producten zoals. suiker, specerijen en tabak, vooral uit Indonesië. Die handel ging samen met slavernij, slavenhandel en veel geweld. Bovenop het gebouw zie je drie beelden van Jan Pieterszoon Coen, Herman Willems Daendels en Johannes van Heutsz. Die beelden stonden vroeger misschien symbool voor het handelssucces maar zijn nu eerder een herinnering aan het geweld.
#2 (Vijzelstraat 20) — Hier huist Atria, het kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis. Op dit adres ligt een replica van de petitie tegen slavernij die door Amsterdamse vrouwen is ondertekend. Zij kwamen op voor de vrijheid en gelijkheid van slaafgemaakten. Anna Amalia Bergendahl was een van de vrouwen die streed voor de afschaffing van de slavernij. Samen met haar zus richtte ze het Dames-Comité ter Bevordering van de Evangelieverkondiging en de Afschaffing der Slavernij in Suriname. Naast petities hield het comité zich vooral bezig met het vrijkopen van tot slaaf gemaakten in Suriname door geld in te zamelen door onder meer handwerk te verkopen op een speciaal hiervoor opgerichte markt. Maar de vrijheid had een hoge prijs. Het geld dat de tot slaaf gemaakten kregen om zichzelf vrij te kopen was eigenlijk een lening tegen hoge rente. Wat vind jij ervan dat tot slaaf gemaakten moesten betalen voor hun vrijheid?
#3 (Waterlooplein) — Wat we nu kennen als het Waterlooplein was vroeger een eiland genaamd Vlooienburg. In de 17e eeuw leefden in deze omgeving diverse vrije zwarte families die een hechte gemeenschap vormden. In deze periode zijn er honderden slaafgemaakten uit Suriname naar de Republiek meegenomen door rijke kooplieden. Het merendeel van hen werd ook weer mee terug genomen naar de kolonie. Maar niet iedereen ging terug. In Nederland was geen slavernijwetgeving, in feite waren de slaafgemaakten hier dus vrij. Desondanks was het in de praktijk voor een zwart persoon heel moeilijk om vrijheid te krijgen in in vrijheid te kunnen leven.
#4 (Prins Hendrikkade 176) — Op de Prins Hendrikkade lag vroeger een scheepswerf. Nu heb je hier uitzicht hebt op het Scheepvaartmuseum. De Peperwerf dankte zijn naam aan de grote hoeveelheid peper en andere specerijen die in de twee pakhuizen op deze werf werden opgeslagen. Specerijen die op plantages in Oost-Indië werden verbouwd door slaafgemaakten. In totaal werden er 219 handelsschepen gebouwd op de Peperwerf. De schepen werden niet alleen gebruikt voor handel en specerijen. Sommige werden omgebouwd tot slavenschip, ook wel "slavenhaalders" genoemd. Wat vind jij? Als je een schip ombouwde tot slavenschip, was je dan ook schuldig schuldig aan het instandhouden van slavenhandel en slavernij?
#5 (Kloveniersburgwal 48) — Dit enorme gebouw heet het Oost-Indisch Huis, een naam verbonden aan kolonialisme en slavernij. Op deze plek stond oorspronkelijk een wapenpakhuis, het Bushuis. Maar omdat de VOC vergaderruimte voor het bestuur nodig had, werd ernaast nog een pand gebouwd: het Oost-Indisch Huis. Dit was het eerste pand in Nederland dat speciaal voor de VOC werd gebouwd. Veel Amsterdamse burgemeesters zaten ook in dit bestuur en hadden de belangrijkste rol in het organiseren van handel en slavernij in Azië. Honderden jaren lang heeft Nederland in slaafgemaakten gehandeld en duizenden mensen in slavernij op plantages en andere plekken laten werken. De Republiek was al gestart met slavenhandel en slavernij in Azië voordat zij zich ging bezighouden met de transatlantische slavenhandel. Op 1 juli 1863 is slavernij afgeschaft in Suriname en de Caribische koloniën. In Indonesië was dat drie jaar eerder, in 1860. Het einde van slavernij betekende niet het einde van kolonialisme. Bovendien werd het 400-jarig bestaan van de VOC in 2002 nog groots gevierd en enkele jaren daarna werd de VOC mentaliteit nog geprezen door onze toenmalige minister-president.
#6 (Binnengasthuisstraat 9) — Op deze locatie werd in het Oudezijds Heerenlogement op 25 juni 1759 plantage de Vreede geveild met huizen, loodsen, "negerwoningen", suikermolen, kookhuis, gereedschappen, en "slaven". Slaafgemaakten werden als product gezien en samen met de plantage gekocht door mensen die daar misschien nooit zouden komen. Zouden mensen in die tijd daarover hebben nagedacht, dat ze mensen hadden gekocht?
#7 (Singel 425) — Suriname was een tijd lang bezit van Amsterdam. De Sociëteit van Suriname werd opgericht door de West-Indische Compagnie (WIC) voor het bestuur van de handel en slavernij in Suriname. De WIC had het alleenrecht gekregen op handel in alle Afrikaanse landen, West-Indië en Amerika en handelde voornamelijk in goud en slaafgemaakten. Singel 425 was een van de locaties in Amsterdam waar het bestuur van de compagnie bijeenkwam. Op één van de gevelstenen is nu nog de naam terug te zien van Willem Jansz Blaeu, globe- en zeekaartenmaker voor de VOC.
#8 (Keizersgracht 414) — ...
#9 (Keizersgracht 508) — ...
#10 (Herengracht 502) — ...
#11 (Vijzelstraat 32) — ...